Boekrecensie: Landlopersblues - Louis van Dievel


Zwervers, daklozen,clochards en landlopers bestaan al eeuwen lang. In 1891 ging er in België een wet op landloperij en bedelarij van kracht. Dat wil zeggen dat als je te weinig geld op zak had, je door de politie opgepakt kon worden voor landloperij. De landlopers moesten voor de rechter verschijnen, werden veroordeeld en belanden dan in de kolonie van Wortel of Merksplas.

 

De Kolonie was een instelling, een soort van speciale open gevangenis die een thuis was voor vele landlopers. Het was een plek waar ze naar toe konden in de winter als het te koud was om op straat te slapen. Ze gaven zich vrijwillig aan bij de politie. De landlopers werden ‘heropgevoed’ en verdienden een centje door te werken op de boerderij of in de ateliers. Als ze genoeg geld verdiend hadden werden ze vrijgelaten en hervatten ze terug hun zwervers bestaan.

 

Na meer dan honderd jaar is in 1993  de wet op landloperij en bedelarij afgeschaft. Vanaf dan werd de kolonie een gevangenis. Dit thema heeft Louis van Dievel als uitgangspunt gekozen voor zijn elfde roman ‘Landlopersblues’.

 

Op het kerkhof in de Kolonie van Merksplas, in de Kempen, zijn sinds halfweg de negentiende eeuw duizenden landlopers begraven, bijna altijd naamloos. De witte kruisjes dragen enkel een nummer. Niemand had de overleden landlopers gemist. Maar nu gaan almaar vaker kleinkinderen, neven of nichten op zoek naar hun grootvader of oom wiens naam in de familie taboe was, die nooit had bestaan en over wie nooit werd gesproken.

 

Eén van hen is Anita Kneepkens. Haar grootvader - langs moeders zijde - Pol Vervoort was een landloper. Anita had van haar grootmoeder voor ze stierf een doos gekregen met foto’s van haar grootvader, die ze nooit gekend had. Wat er met hem is gebeurd, was in de familie een groot geheim.

Anita besloot op zoek te gaan naar haar grootvader en ontdekt na lang zoeken zijn graf op het landloperskerkhof van de Kolonie van Merksplas. Geregeld reist ze met het openbaar vervoer van Gent naar Merksplas om het graf van haar grootvader te bezoeken. Ze kan maar niet begrijpen waarom hij zijn gezin destijds in de steek gelaten heeft en is op zoek naar antwoorden.

 

Normaal gezien is het landloperskerkhof een plaats van stilte en rust. Pol Vervoort ligt begraven tussen zijn vrienden. Zijn beste vriend, Jefke krijgt al eens bezoek van Jeanne Van Gorp, weduwe van een cipier. Maar sinds het graf van Pol Vervoort bezoek krijgt van Anita is dit verleden tijd. Onder de grond wordt er tussen de doden hevig gediscussieerd.  Van  havenarbeider, kermisattractie, kinderverkrachter tot gedetineerden, ieder van hen vertelt zijn eigen levensverhaal. Ze vertellen over hun verleden, hun goede en slechte kanten en over zaken waar ze spijt van hebben. Niet alleen de doden vertellen hun verhaal, maar ook André Horsten, de gepensioneerde cipier, Jeanne en Anita doen  hun verhaal. Maar gaat Anita te weten komen wat er in het verleden gebeurd is?

 

De manier waarop Louis van Dievel  ieder personage zijn of haar verhaal  laat  vertellen, met een lach en een traan, is meesterlijk. Dit alles op een volkse manier zoals we van Louis gewend zijn. Met deze roman heeft Louis van Dievel een fictief verhaal geschreven dat grenst aan de waarheid. Vandaag de dag zijn de landlopers verdwenen, maar spijtig genoeg telt België hedendaags nog vele dakloze burgers.

 

Deze meeslepende roman laat de lezer kennismaken met het harde leven van een landloper en doet je stilstaan en nadenken over hoe mensen vroeger en nu (over)leven in schrijnende toestanden.  Met zijn nieuwe boek ‘Landlopersblues’ schrijft Louis van Dievel een stukje geschiedenis dat niet vergeten mag worden.

 

ISBN 978 94 6001 452 9 • P a p e r b a c k  • 256 b l z • € 19,95 •  UItgeverij Vrijdag