DVD recensie: Whiplash - Damien Chazelle


Kort nadat de ambitieuze drummer Andrew Neimann (Miles Teller) aan een van de meest prestigieuze muziekconservatoria van het land begint te studeren, krijgt hij een bezoek van Terence Fletcher (glansrol van J.K. Simmons), een legendarische jazzleraar en dirigent die de bands onder zijn leiding steevast naar de hoogste regionen van zowat elke relevante competitie weet te leiden. Fletcher kijkt even toe hoe Andrew repeteert, maar gedraagt zich tegelijkertijd ook bijzonder dominant.

 

Het weerhoudt de student echter niet om in te gaan op de daaropvolgende uitnodiging van de meesterinstructeur en zich bij diens studioband te voegen.

 

Al snel blijkt dat Fletcher haast onmenselijke inspanningen eist van zijn bandleden. Hij is enkel tevreden met perfectie, hoort elk klein foutje en pakt zijn studenten erg hard aan. Zelf verwijst hij vaak naar een incident rond Charlie Parker, die later een van de allerbeste saxofonisten aller tijden zou worden. In zijn begintijd als muzikant gooide Jo Jones ooit een cymbaal naar Parkers hoofd, wat die laatste motiveerde harder en met meer zelfdiscipline te beginnen werken.

Dat Parker het verhaal niet helemaal juist vertelt, of dat Parker misschien  ook zonder de interventie van Jones een groot speler was geworden, lijkt Fletchers entourage niet door te hebben.

 

Andrew krijgt door foutjes van anderen de kans om door te groeien en op te klimmen in de drummerhiërarchie. Hij is echter zo obsessief bezig met de stiel dat hij een bloeiende relatie met de knappe Nicole (huidige Supergirl Melissa Benoist uit Glee) laat voor wat ze was en geen tijd meer lijkt te hebben voor een sociaal leven. Dat zijn eigen familie, met papa Jim (Paul Reiser) en oom Frank (Chris Mulke) voorop, veel meer respect heeft voor sportieve en academische prestaties en duidelijk niet beseft hoe bijzonder Andrews drumspel is, zorgt er enkel voor dat hij zich nog meer begint toe te leggen op jazzmuziek. Dat hij die levensstijl moeilijk zal kunnen volhouden, wordt echter langzaam duidelijk.

Welke drie Oscars Whiplash dit jaar zou winnen, hadden we vooraf voorspeld: beste bijrol (J.K. Simmons), beste montage en beste geluidsmix – dezelfde prijzen die de film ook tijdens de BAFTA Awards in de wacht wist 

te slepen. Niet dat het daarbij bleef: vooral Simmons haalde (terecht) de ene trofee na de andere binnen voor zijn sublieme vertolking van de intense drilsergeant annex jazzinstructeur Terence Fletcher, terwijl ook de kortfilm uit 2013 die als springplank diende voor deze langspeler eerder al furore had gemaakt. 

 

Regisseur/scenarist Damien Chazelle vond aanvankelijk immers niet het nodige budget, maar na kortfilmwinst op Sundance kon dit project dan toch het levenslicht zien – en dat is een goede zaak.

 

Whiplash is het soort film dat je enkel maakt als je zelf muziek hebt gespeeld – of op een klein legertje adviseurs kunt regelen. Hoewel Chazelle heel wat kritiek heeft moeten slikken van recensenten en filmfans die zelf muziek spelen en vinden dat het verhaal enorm overdreven is, baseerde hij het script gedeeltelijk op zijn eigen ervaringen als muziekstudent. Blijkbaar voelde de regisseur zich geïntimideerd door zijn eigen leraar, al 

 

lijkt het erop dat zijn ervaringen een stuk minder erg waren dan die van de fictieve Andrew. Whiplash steunt dan ook volledig op de dynamiek tussen Fletcher en zijn leerling, en de bijbehorende thema’s: ambitie, obsessie, pestgedrag en dominantie. Er wordt bijna geen ruimte vrijgemaakt om de andere personages of zelfs het subplot rond Andrews relatie uit te diepen: alles speelt - vergeef ons de woordspeling – tweede viool voor de nietsontziende wijze waarop Fletcher instrueert en de meedogenloze discipline die Andrew zichzelf oplegt om zichzelf te bewijzen tegenover zichzelf, zijn leraar, zijn band en zijn familie. 

 

Of het nu echt zo realistisch is dat Andrews handen geregeld beginnen te bloeden door het intensieve drummen (naar eigen zeggen zou dat ook tijdens de opnames gebeurd zijn), doet er wat ons betreft niet toe: 

het is niet echt relevant voor het verhaal. Kritiek als zou er niet altijd perfect gespeeld worden, toont enkel dat de regisseur zelf goed wist dat hij hier een film over studenten aan het maken is en niet over de topmuzikanten binnen het genre. Ook de opmerking dat Fletcher niet echt representatief is voor alle muziekleraars, slaat de bal volledig mis: het gaat hier immers niet om een doorsnee instructeur, maar om een despoot die anders is dan zijn collega’s. 

Hoewel J.K. Simmons met de bloemetjes is gaan lopen (slim van de makers om hem te laten meedingen voor een bijrol in een jaar dat gedomineerd werd door biopics, want die leveren erg vaak ook de Oscarwinnaar op), 

is enkel Miles Teller in letterlijk elke scène te zien. Teller was al goed in onder andere Divergent, maar zet hier toch een carrièrebepalende prestatie neer. Beweren dat hij te weinig charisma toont, is dwalen, want de jonge 

acteur doet gewoon wat zijn personage vereist: een soort focus tonen die meestal gereserveerd is voor autisten en idiots savants. Dat de acteur al drumt sinds zijn vijftiende, is daarbij een duidelijk voordeel. Voor de 

opnames oefende hij wekenlang vier uur per dag en drie dagen per week, net als Simmons ook opnieuw begon piano te spelen, en dat is beider prestatie duidelijk ten goede gekomen. Niet dat je voortdurend Teller zelf aan het werk ziet: het muziekstuk dat in de film vertolkt wordt – en zelf Whiplash heet – is een moeilijk jazzwerkje met een lastige tijdsignatuur van 14/8 en het is niet iedereen gegeven om zoiets perfect te kunnen vertolken. 

 

Desondanks werd 40% van Tellers drummen wel degelijk echt gebruikt, wat toch bijzonder is. Overigens zitten er heel wat knipoogjes in de film, van de drummers die worden vermeld in het verhaal (en allemaal persoonlijkheden hadden die passen bij die scène) tot de meerdere betekenissen van de titel zelf (die allemaal terugkeren tijdens de 107 minuten speeltijd). Het maakt Whiplash een echte schatkist aan leuke referenties die (muziek)fans zeker zullen appreciëren. Dat niet elke subplot wordt uitgediept, werkt niet eens in 

Chazelles nadeel. Die beslissing heeft hem immers toegelaten om een indringend en intrigerend kijkstuk af te leveren, al hadden we Melissa Benoist wel graag wat langer in beeld gezien dan de (nauwelijks) tien minuten die ze deze keer kreeg. 

Als Whiplash al een moreel oordeel over het gedrag van Fletcher en van Andrew, is dat behoorlijk ambigu: aan de ene kant krijgen we – weliswaar in het kort – de gevolgen te zien van wat in het Engels zo mooi en accuraat 

‘single-mindedness’ heet, aan de andere kant is het ook net dat waardoor Andrew naar zulke hoge hoogten weet te groeien. Wetenschappelijke studies tonen ons dat het aantal uren waarin gestudeerd wordt de beste 

voorspellende factor is voor latere vaardigheid en succes. Is het aan ons om iemand te bekritiseren omwille van het feit dat hij zijn vriendin laat vallen om een topdrummer te kunnen worden? Misschien niet, al is die premisse wel voer voor discussie. Is menselijke warmte niet belangrijker? Is dat wel de enige manier om de top te bereiken? Wij denken dat de antwoorden respectievelijk ‘ja’ en ‘neen’ zijn. Dat sommigen daar anders over denken, is vooral een heel boeiend en misschien ook wel lichtjes triestig gegeven, waaruit gelukkig fantastische films als dit Whiplash voort kunnen komen. 

 

TECHNISCHE FICHE

Regie:  Damien Chazelle

Scenario: Damien Chazelle

Productie: Jason Blum, Helen Estabrook, David Lancaster, Michel Litvak

Muziek: Justin Hurwitz

Fotografie: Sharone Meir

Montage: Tom Cross


ARTISTIEKE FICHE

Miles Teller: Andrew

J.K. Simmons: Fletcher

Paul Reiser: Jim Neimann

Melissa Benoist : Nicole

Austin Stowell: Ryan

Nate Lang: Carl Tanner

 

Meer info: www.sphe.be  

 

Dirk Vandereyken