Recensie: Loebas, een beer van een hond - Frank Geleyn


Seppe is van niets bang: wolven, spoken, vampiers of een heks op een bezem, Seppe is daar helemaal niet bang van. Behalve van Loebas, een grote hond uit de buurt.

 

Want Loebas heeft een lijf van een beer, zijn tanden zijn als dolken en hij brult als een leeuw. Seppe moet elke dag langs Loebas’ hek als hij naar school gaat. Hij heeft zoveel schrik van de grote hond dat hij niet meer naar school durft te gaan.

 

Uiteindelijk mag hij van mama en papa met de bus naar school. Zo kan Loebas hem geen kwaad doen. Maar met de bus naar school vindt de jongeman ook niet leuk. De drukte op de bus is nog erger dan het geblaf van Loebas. Vanuit de bus ziet hij Loebas blaffen en voelt Seppe zich toch veiliger.

 

Maar dan ziet Seppe dat Loebas elke dag minder luid brult en elke dag holt hij wat minder snel. Enkele dagen later hoort of ziet hij Loebas niet meer.

 

Wat zou er aan de hand zijn met de hond? Seppe belt aan bij de baasje van Loebas. Die heeft slecht nieuws over Loebas…

 

Frank Geleyn heeft met ‘Loebas, een beer van een hond’ een mooi verhaal geschreven over een jongetje dat bang is van honden. Een verhaal waarin vele jongens en meisjes zichzelf herkennen, want wie is er niet bang van grote honden?

 

De bijhorende illustraties zijn van de hand van Esther Platteeuw en het boek is geschikt voor lezertjes vanaf 6 jaar.


ISBN: 9789058389701 - Hardcover - 32 blz. - Prijs: € 8,95 - Uitgeverij: De Eenhoorn